Verordening van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze houdende regels omtrent de bezwaarschriften (Verordening Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Aa en Hunze 2019)

Geldend van 21-05-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze houdende regels omtrent de bezwaarschriften (Verordening Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Aa en Hunze 2019)

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze van 9 april 2019;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

b e s l u i t :

vast te stellen de

“Verordening Commissie van advies voor de bezwaarschriften gemeente Aa en Hunze 2019”

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    Commissie: de Commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Aa en Hunze zoals bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk II Instelling, taak en samenstelling van de commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie die adviseert over de beslissing op bezwaar tegen besluiten van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      op grond van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen;

    • b.

      op grond van de Wet waardering onroerende zaken

    • c.

      waarvoor voor de voorbereiding van de beslissing op een bezwaarschrift een andere adviescommissie is ingesteld zoals in het kader van geschillen inzake ambtenarenrecht.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De voorzitter en de leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan.

  • 4. De commissie regelt onderling de vervanging van de voorzitter en leden ingeval van verhindering of ontstentenis.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 5 Zittingsduur commissie

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar

    Aftredende leden kunnen daarna nog eenmaal worden herbenoemd voor een periode van vier jaar.

  • 1. Met de zittende leden op het moment van inwerkingtreden van deze verordening wordt een rooster van aftreden overeengekomen.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder gewenst moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3. De aftredende of ontslagnemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 onvrijwillig ontslag

Het college ontslaat de voorzitter of leden van de commissie die door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengen aan het in hen gestelde vertrouwen.

Artikel 7 Financiële vergoedingen

  • 1. Elk lid ontvangt voor het deelnemen aan een hoorzitting/vergadering van de commissie een vergoeding waarvan de hoogte door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld.

    • a.

      De voorzitter: € 200,00 per vergadering en € 40,00 voor elke zaak waarin de voorzitter, conform artikel 14, tweede lid, besluit het horen achterwege te laten.

    • b.

      De leden : € 175,00 per vergadering.

  • 2. Elk lid ontvangt een vergoeding van reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie.

Artikel 8 Uitoefening van bevoegdheden

  • 1. De volgende in de Awb neergelegde bevoegdheden worden, voor zover de voorbereiding van de beslissing op bezwaar in handen van de commissie is gesteld, uitgeoefend door de voorzitter:

    • a.

      Artikel 2:1 tweede lid (het vragen van een machtiging);

    • b.

      Artikel 6:6, gelegenheid bieden om verzuim te herstellen.

    • c.

      Artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      Artikel 7:4, tweede lid (het ter inzage leggen van stukken)

    • e.

      Artikel 7:6 tweede lid (het beslissen om gescheiden te horen);

    • f.

      Artikel 7:6 vierde lid (het beslissen om belanghebbenden van het verhandelde tijdens het horen buiten hun aanwezigheid niet op de hoogte te brengen).

Artikel 9 Reglement

De commissie kan een reglement opstellen voor de uitoefening van de bevoegdheden die haar toekomen als zijnde bestuursorgaan.

Hoofdstuk III Procedure

Artikel 10 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt bij binnenkomst de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. De indiener van het bezwaarschrift ontvangt zo spoedig mogelijk een schriftelijke ontvangstbevestiging, zoals bedoeld in artikel 6:14 van de Awb.

Artikel 11 Formele behandeling

Het bezwaarschrift en de daarop betrekking hebbende stukken worden zo spoedig mogelijk ter advisering in handen van de commissie gesteld.

Artikel 12 Informele behandeling

  • 1. Het verwerend orgaan onderzoekt of een bezwaarschrift zich leent voor een informele behandeling.

  • 2. Het verwerend orgaan stelt de commissie op de hoogte van de informele behandeling van een bezwaarschrift.

  • 3. De indiener van het bezwaarschrift kan het verwerend orgaan vragen het bezwaarschrift informeel te behandelen. Het verwerend orgaan beslist of een bezwaarschrift informeel wordt behandeld. De beslistermijn in bezwaar wordt opgeschort gedurende de informele behandeling van het bezwaarschrift.

  • 4. Wanneer de informele behandeling is ingezet maar deze niet leidt tot het gewenste resultaat wordt de bezwaarprocedure voortgezet.

Artikel 13 Vooronderzoek en inwinnen deskundigenonderzoek

  • 1. De voorzitter en de secretaris zijn in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. Zij kunnen uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen, zo nodig, uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 14 Hoorzitting en afzien van het horen

  • 1. De voorzitter bepaalt de plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 15 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter nodigt belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen vijf dagen na de dag van verzending van de uitnodiging kunnen belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 16 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval één lid en de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 17 Niet-deelneming aan behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun partijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 18 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter van oordeel is dat er gewichtige reden zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.

Artikel 19 Verslaglegging

  • 1. Van de zitting wordt een verslag gemaakt zoals bedoeld in artikel 7:7 Awb gemaakt. Dit kan ook in de vorm van een digitale geluidsopname zijn.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 3. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 5. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

Artikel 20 Nader onderzoek

  • 1. Indien tijdens of na afloop van de hoorzitting maar vóór het uitbrengen van het advies blijkt dat het nodig is nadere inlichtingen of adviezen in te winnen of nader onderzoek te (laten) doen, kan de voorzitter in verband daarmee de behandeling van het bezwaarschrift aanhouden.

  • 2. De uit dit onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk IV Advies

Artikel 20 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Het advies wordt gegeven door minimaal drie personen, waaronder in ieder geval de voorzitter en de leden die bij de hoorzitting aanwezig zijn geweest.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter;

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 21 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen binnen een redelijke termijn na het plaatsvinden van de hoorzitting, dan wel het sluiten van het onderzoek.

  • 2. Het advies bevat het verslag zoals bedoeld in artikel 18 van deze verordening en de eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie.

  • 3. Indien het secretariaat constateert dat de termijn van 12 weken als bedoeld in artikel 7:10, lid 1 van de Awb ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, wijst het secretariaat het verwerend orgaan er op om tijdig de beslissing te verdagen.

  • 4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 22 Beslissing voorzitter

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de voorzitter van de commissie.

Hoofdstuk V Jaarverslag

Artikel 23 Inlichtingen en jaarverslag

  • 1. De commissie verstrekt op verzoek van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester alle inlichtingen.

  • 2. De commissie brengt tenminste een maal per twee jaren aan het college van burgemeester en wethouders alsmede de burgemeester schriftelijk verslag uit van de werkzaamheden met betrekking tot de aan haar opgelegde taak.

  • 3. De commissie is bevoegd aan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester, alle door haar nodig geachte voorstellen te doen.

Hoofdstuk VII Werking

Artikel 24 Intrekking oude regeling

De Regeling adviescommissie bezwaarschriften 2009 van de gemeente Aa en Hunze wordt ingetrokken per datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 25 Overgangsrecht

Bezwaarschriften die tot aan de inwerkingtreding van de verordening worden ontvangen, worden behandeld volgens de regeling als bedoeld in artikel 24.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2019.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Aa en Hunze 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aa en Hunze, gehouden op 9 mei 2019

De griffier,

Mr. E.P. van Corbach

De voorzitter,

T. Baas

Het college van de gemeente Aa en Hunze,

mevrouw mr. M. Tent

secretaris

burgemeester

de heer T. Baas

De burgemeester van de gemeente Aa en Hunze,

de heer T. Baas